Beklaagden –
(onterecht) beschuldigd van ongewenst gedrag

Beklaagden –
(onterecht) beschuldigd van
ongewenst gedrag

Omgaan met de beschuldiging van discriminatie, seksuele intimidatie, agressie of pesten

Informatie voor beklaagden

Indien u wordt beschuldigd van ongewenst gedrag, dan zegt een ander dat u zich schuldig heeft gemaakt aan bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten of agressie. U wordt hiermee in het zogenaamde “beklaagdenbankje” geplaatst. Naast uw eerbaarheid, reputatie en eigenwaarde kan deze beschuldiging ook gevolgen hebben voor uw dienstverband. Ongevraagd krijgt u te maken met een onderwerp dat veel kanten heeft en ook gevoelig blijkt te liggen.

Voorlichting

Onze voorlichters helpen u graag verder met een persoonlijk advies over uw situatie

 Buiten kantooruren: bel-mij-terug formulier.

1

Wat is ongewenst gedrag?

Onder ongewenst gedrag worden gedragingen verstaan die belastend en beschadigend werken. Gedragingen die de lichamelijke of geestelijke integriteit van de ander aantasten. Denk aan bedreigingen, beledigingen, vernederende of kwetsende gedragingen, waarbij het kan gaan om seksuele intimidatie, discriminiatie, pesten of agressie. 

Een werkgever heeft de zorg om dergelijke gedragingen tegen te gaan. We noemen dat de zorgplicht van de werkgever om een veilige werkomgeving te bieden. De werkgever draagt de directe verantwoording voor het gedrag van medewerkers onderling.

Juist deze zorgplicht van de werkgever en het feit dat het om werknemers onderling gaat, maakt dat de werkgever behoedzaam met een beschuldiging moet omgaan. Enerzijds heeft de werkgever te maken met een werknemer die stelt gekwetst te zijn, terwijl anderzijds het risico bestaat dat een andere werknemer ten onrechte wordt beschuldigd. Beiden hebben daarmee recht op bescherming.

2

Wanneer is er sprake van seksuele intimidatie, discriminatie, pesten en agressie?

Ongewenst gedrag kan zich voordoen in de vorm van seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en  geweld.  

Wat mag u van uw werkgever verwachten? 

Een werkgever heeft de zorg om werknemers een veilige werkomgeving te bieden. Een werkomgeving zonder bedreigingen, beledigingen, vernederende of kwetsende gedragingen. Met andere woorden: werknemers dienen het werk te kunnen doen zonder de belasting van ongewenst gedrag. Het gaat hier om een zorgplicht, waarbij de werkgever de directe verantwoording draagt voor het gedrag van medewerkers onderling, maar ook werknemers zo veel mogelijk beschermt tegen misdragingen door derden (klanten, bezoekers en leveranciers).

Wat is de impact van ongewenst gedrag?

Ongewenste gedrag kan een diepe indruk achterlaten op werknemers. Naast pijn door fysiek geweld kan ongewenst gedrag ook leiden tot psychische pijn. Denk aan gevoelens van angst, wantrouwen en schaamte. Het kan daarmee ook fysieke klachten veroorzaken zoals slaapstoornissen, concentratieproblemen, hoofdpijn, maagpijn, psychosomatische klachten en mogelijk zelfs een burn-out.

De spanningen tussen personeel onderling kunnen dusdanig zijn dat het de onderlinge verhouding verstoort, zelfs dusdanig dat deze problemen het werk in de weg gaan staan. Spanningen naar aanleiding van ongewenst gedrag kunnen ook zorgen voor het niet geconcentreerd kunnen werken of in het geheel niet kunnen werken. Dus ook zonder een ziekmelding kan het samenwerken problematisch worden.

Juridische basis

In de Arbeidsomstandighedenwet staat dat werkgevers de zorgplicht hebben om werknemers zo veel als mogelijk te beschermen tegen een psychosociale arbeidsbelasting (art 3 lid 2 Arbowet). Onder deze arbeidsbelasting vallen onder andere omstandigheden als seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld (art 1 lid 3-e Arbowet).

De werkgever dient beleid te voeren tegen ongewenst gedrag, wat wil zeggen het gedrag dat door werknemers als bedreigend, intimiderend of vernederend wordt ervaren. Het Burgerlijk Wetboek regelt dat de werkgever maatregelen moet nemen en aanwijzingen moet geven om te voorkomen dat de werknemers bij de uitvoering van hun werk schade lijden (art. 7:658 BW). De werkgever is aansprakelijk voor de schade (meer info).

Wat is seksuele intimidatie?

Seksuele intimidatie is een vorm van ongewenst gedrag op seksueel gebied. Ongewenste intimiteiten op de werkvloer komen in allerlei vormen voor. Zo kan het om verbaal geweld gaan, bijvoorbeeld seksistische opmerkingen of intieme vragen over het privéleven, maar ook om lichamelijk gedrag, zoals het ongewenst opzettelijk aanraken van iemand.

Leidend is vooral dat het gedrag een grens bij iemand overschrijdt en het gedrag daarmee als bedreigend, vernederend of intimiderend wordt beschouwd. Op de werkvloer gaat het om ongewenste omgangsvormen in de onderlinge verhoudingen, van een persoon of groep. Het kan gaan om collega’s en leidinggevenden, maar ook om externe contacten zoals klanten, cliënten, patiënten en dergelijke.

Seksuele intimidatie kan opzettelijk zijn, maar het kan ook zijn dat de veroorzaker zich er niet van bewust is. Het is niet van belang wat de intentie is, maar hoe de gedragingen overkomen op de persoon waarop zij gericht zijn. Leidend is vooral dat het gedrag een grens bij iemand overschrijdt en het gedrag daarmee als bedreigend, vernederend, kwetsend of intimiderend wordt beschouwd. Het is voor iedereen verschillend waar de grens ligt tussen gewenst en ongewenst gedrag.

Risico’s seksuele intimidatie

Iedereen kan te maken krijgen met seksuele intimidatie. Verschillende factoren kunnen het risico op seksuele intimidatie vergroten. Medewerkers lopen meer risico in grote en sterk hiërarchische organisaties, organisaties met een machocultuur of organisaties met een ‘losse’ omgangscultuur. Seksuele intimidatie heeft vaak te maken met macht, waarbij het in het bijzonder kan spelen vanuit hogere functies tegenover ondergeschikten.

Vormen van seksuele intimidatie

Seksuele intimidatie kent (een combinatie van) drie vormen:

  1. Verbale intimidatie – Intieme vragen over het privéleven, het versturen van seksueel getinte berichten, het maken van seksueel getinte opmerkingen.
  2. Non-verbale intimidatie – Seksueel getinte gebaren, langdurig staren, versturen van seksueel getinte afbeeldingen of video’s.
  3. Fysiek contact – Alle vormen van ongewenst lichamelijk contact, zoals beetpakken, zoenen, de weg versperren, aanranding.  

Wettelijke basis

Seksuele intimidatie is een vorm van ongewenst gedrag. Onder het kopje “ongewenst gedrag” wordt nader ingegaan op de wetgeving waarin staat dat werkgever werknemers behoort te beschermen. Daaraan kan toegevoegd worden, dat specifiek is geregeld dat het verbod op ongelijke behandeling tussen mannen en vrouwen betekent dat er een verbod geldt voor intimidatie (agressie) en seksuele intimidatie (art. 7:646 BW).

Definities van seksuele intimidatie:
– een vorm van ongewenst gedrag op seksueel gebied, zoals seksistische opmerkingen, hinderlijk gedrag of het ongewenst betasten van iemand,  waarbij de grenzen in de omgangsvormen worden overschreden.
– enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd (dit is de wettelijke definitie).

Wat is discriminatie?

Letterlijk betekent discriminatie: het maken van onderscheid. Bij discriminatie wordt er onterecht verschil gemaakt in de behandeling van mensen op basis van verschillende gronden, zoals leeftijd, ras, geaardheid, geloofsovertuiging, geslacht en handicap. Discriminatie is dus niet het maken van onderscheid op zich, maar het maken van verboden onderscheid. Discriminatie is het ongelijk behandelen of achterstellen van bepaalde groepen of personen. 

Niet al het onderscheid is discriminatie

Niet alles is discriminatie. Vaak is het normaal om onderscheid te maken tussen mensen. Iemand afwijzen voor de vacature van taxichauffeur omdat diegene geen rijbewijs heeft is geen discriminatie. Het rijbewijs is nu eenmaal een vereiste voor het uitvoeren van de functie. Een persoon afwijzen omdat diegene een bepaald geloof heeft is wel discriminatie. Het is voor een functie normaal gesproken namelijk niet van belang welk geloof iemand heeft.

Wat zijn de gevolgen van discriminatie?

Discriminatie kan soortgelijke gevolgen hebben als andere ongewenste omgangsvormen. Zowel psychische als fysieke klachten kunnen het gevolg zijn van discriminatie. Daarnaast kunnen mensen die gediscrimineerd worden zich aangetast voelen in hun menselijke waardigheid.

Discriminatiegronden

Er zijn verschillende kenmerken waarop iemand gediscrimineerd kan worden. Dit worden ook wel discriminatiegronden genoemd. De volgende discriminatiegronden zijn opgenomen in de wet: leeftijd, seksuele geaardheid, godsdienst of levensovertuiging, ras, geslacht, nationaliteit, handicap of chronische ziekte, politieke overtuiging, burgerlijke staat, soort arbeidscontract en arbeidsduur.

Wettelijke basis

Discriminatie is een vorm van ongewenst gedrag. Onder het kopje “ongewenst gedrag” wordt nader ingegaan op de wetgeving waarin staat dat werkgever werknemers behoort te beschermen. Het onderwerp discriminatie kent zijn basis in artikel 1 van de Grondwet, waarin staat dat iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld. Discriminatie, op welke grond dan ook, is verboden (meer info).

Deze algemene grondslag voor discriminatie wordt uitgewerkt in diverse wetten, zoals:
– De Algemene Wet Gelijke Behandeling, met daarin gelijke kansen op (behoud van) werk en arbeidsvoorwaarden en een verbod op onderscheid op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat (AWGB).
– De Wet Gelijke Behandeling Mannen en Vrouwen. In deze Wet is ook expliciet het verbod op seksuele intimidatie opgenomen, namelijk in art. 1 en art.1a lid 1 (art 1 WGBMV). Zie ook (art 7:646 BW)
– Wet Gelijke Behandeling op grond van Handicap of Chronische ziekte (WGBHC). – Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd (WGBL)

Definitie van discriminatie: 

–  iedere uiting waarbij sprake is van het ongelijk behandelen of achterstellen van mensen, met betrekking tot o.a. godsdienst, geslacht, afkomst, ras, levensovertuiging, politieke gezindheid of seksuele geaardheid;
– allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan (dit is de wettelijke definitie)

Wat is pesten?

Pesten is het stelselmatige gedrag waarmee een ander fysieke, verbale of psychologische schade wordt toegebracht. Dat kan zich uiten in handelingen, maar ook in het bewust nalaten in de vorm van negeren. Pesten is structureel intimideren. Als er over pesten wordt gesproken gaat het niet over een enkele grap. Het gaat dan om het plagen dat doorschiet, grapjes waarvan je voelt dat ze niet leuk zijn en iemand openlijk bespotten.

De definitie van pesten volgens de Arbowet is als volgt:

“alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel karakter, van een of meerdere werknemers gericht tegen een werknemer of een groep van werknemers, die zich niet kan of kunnen verdedigen tegen dit gedrag. Een belangrijk element is de herhaling van dit gedrag”.

Gevolgen van pesten

Pesten is enorm schadelijk voor zowel de psychische als de lichamelijke gesteldheid. Werknemers die gepest worden op het werk zijn tijdens de arbeidsuren constant alert op voorvallen. Pesten blijft ook spelen na werktijd. Na verloop van tijd krijgt het slachtoffer klachten als slaapproblemen, concentratieproblemen, woede-uitbarstingen en vermijdend gedrag. In het ergste geval kan pesten leiden tot depressiviteit en zelfmoordgedachten. Geschat wordt dat jaarlijks 200 tot 300 zelfmoorden worden gepleegd, die gelinkt zijn aan pesten op het werk. Pesten is daarmee kennelijk een probleem dat serieus genomen dient te worden.

Vormen van pesten

  1. Sociaal isoleren – Iemand negeren, als enige niet meevragen, opzettelijk ‘vergeten’.
  2. Bespotten – Iemand bespotten vanwege diens uiterlijk, kleding of gedrag, maar ook vanwege de thuissituatie, hobby of andere voorkeuren. Iemand bijnamen geven die niet leuk bedoeld of zelfs vernederend bedoeld zijn, uitlachen.
  3. Het werken onaangenaam of moeilijk maken – Belangrijke informatie niet doorgeven, iemand steeds dezelfde klussen geven, iemand zijn werk saboteren.
  4. Roddelen – Roddelen over steeds dezelfde persoon, laten merken dat er over iemand geroddeld wordt.
  5. Lichamelijk geweld – Duwen, prikken, vasthouden, opsluiten, met spullen gooien, pootje haken.

Definitie van pesten

Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen.

Pesten is een vorm van ongewenst gedrag. Onder het kopje “ongewenst gedrag” wordt nader ingegaan op de wetgeving waarin staat dat werkgever werknemers behoort te beschermen.

Wat is agressie en geweld?

Onder agressie op het werk wordt verstaan: ‘voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid’. Het gaat hier om gewelddadig gedrag dat wordt gebruikt om schade aan te brengen aan een ander. Dit kan zowel door middel van fysiek geweld als door dreigen of domineren.

Agressie en geweld kan veroorzaakt worden door mensen binnen de organisaties, ook wel interne agressie genoemd en door mensen buiten de organisatie, ook wel externe agressie genoemd. Externe agressie wordt gepleegd door bijvoorbeeld klanten, patiënten en gasten. Voornamelijk publieke en dienstverlenende sectoren krijgen te maken met externe agressie en deze vorm komt ook steeds vaker voor. Interne agressie komt minder vaak voor, maar heeft vaak wel een veel diepere impact gezien het plaatsvindt in de eigen werksituatie waarin iemand zich veilig waant.

Gevolgen van agressie en geweld

Fysieke agressie en geweld kan voor pijn en letsel zorgen. De mate hiervan hangt ook af van de mate van de aanval. Ook verbale agressie en geweld kan leiden tot gezondheidsklachten. Veelvoorkomende klachten zijn: angstgevoelens,  slaapstoornissen, maag- en hoofdpijn en psychosomatische klachten.

Vormen van agressie en geweld

  1. Verbale agressie en geweld – Uitschelden, schreeuwen,  grof taalgebruik of zeer fel in discussie gaan.
  2. Fysieke agressie en geweld – Schoppen, duwen, slaan, spugen, vernielen en beroven.
  3. Psychische agressie en geweld – Verbaal of schriftelijk bedreigen, chanteren, vernederen, irriteren, achtervolgen.

Definitie rond agressie & geweld :
Agressie is feitelijk gedrag of dreiging met gedrag, waarmee een ander schade wordt toegebracht of waarmee een wil wordt opgelegd. Agressie is een verzamelbegrip. Het gaat om bewust of onbewust gedrag, dat grensoverschrijdend is, waarmee angst, pijn, verdriet en/of boosheid bij de ander wordt opgeroepen.

Naast bedreiging met agressie kan het gaan om de feitelijke toepassing van agressie in de vorm van geweld en pesten.
– bedreiging: het dreigen met het toebrengen van pijn of letsel aan een ander.
– geweld (mishandeling): het feitelijk toebrengen van pijn of letsel aan een ander.

Agressie & geweld is een vorm van ongewenst gedrag. Onder het kopje “ongewenst gedrag” wordt nader ingegaan op de wetgeving waarin staat dat werkgever werknemers behoort te beschermen.

3

Kunt u terecht bij een vertrouwenspersoon?

Het is goed mogelijk dat uw werkgever een vertrouwenspersoon heeft aangesteld, mogelijk zelfs meerdere personen. Ook als u beschuldigd bent, kan het een overweging zijn om met de vertrouwenspersoon contact op te nemen om de beschuldiging die naar u is geuit te bespreken. Mocht bij het eerste contact blijken dat de vertrouwenspersoon de klager al bijstaat, dan kunt u vragen wie er dan voor u als vertrouwenspersoon kan dienen. Met de vertrouwenspersoon kunt u de situatie bespreken en bij hem of haar in het bijzonder ook de vraag voorleggen wat u kunt verwachten.

Een vertrouwenspersoon is het eerste aanspreekpunt. De informatie die u met de vertrouwenspersoon deelt is geheim en op deze informatie rust dan ook een geheimhoudingsplicht. De vertrouwenspersoon is een eerste opvang en dient ook als gesprekspartner. Hij of zij kan het probleem aanhoren en met u van gedachten wisselen over het vervolg (informeel gesprek met de klager aangaan of laten behandelen van de klacht).

4

Wat kunt u verwachten van de klager en uw werkgever?

Als u wilt weten wat er gaat gebeuren, dan is het eerst van belang om na te gaan wat er bij uw werkgever is geregeld. Het is belangrijk om te weten of uw werkgever een gedragscode en/of klachtenregeling heeft. Het gaat hier om de regels over hoe uw werkgever omgaat met ongewenst gedrag.

Zoek naar deze regeling, bijvoorbeeld op het intranet naar “gedragsregels”, “ongewenst gedrag” of specifiek op het onderwerp van uw klacht. Kijk anders of dit onderwerp in een personeelsreglement of in de huisregels is opgenomen of doe navraag bij een vertrouwenspersoon.

Als er een klachtenregeling geldt

Indien er een klachtenregeling is, dan kunt u verwachten dat de klager deze regeling volgt. Er dient dan rekening te worden gehouden met de voorschriften van de klachtenregeling bij uw werkgever.

De regeling kan bijvoorbeeld zijn dat de klager bij voorkeur eerst het gesprek met u dient aan te gaan. U kunt de drempel om dat gesprek aan te gaan verlagen door aan te geven dat u daartoe bereid bent. De insteek van een gesprek is dan om de situatie in overleg op te lossen en daarmee te werken aan omstandigheden waarin verder gewerkt kan worden (zie hieronder). 

De klager die wil dat de werkgever gaat optreden, zal daarvoor een klacht moeten indienen bij de werkgever. Zelfs als de interne regeling aangeeft dat er eerst een gesprek moet plaatsvinden, kan de klager ertoe overgaan om bij de directie een klacht over ongewenst gedrag neer te leggen. Deze klacht zal dan onderzocht moeten worden (zie hieronder).

Als er geen klachtenregeling is bij uw werkgever

Is er geen gedragscode met klachtenregeling opgesteld bij uw werkgever, dan kan de klager nog steeds kiezen voor twee opties:
– Met u het gesprek aangaan om samen een oplossing te vinden (zie hieronder).
– Een klacht indienen bij de directie, welke vervolgens onderzocht dient te worden (zie hieronder).

5

Hoe gaat u om met de situatie dat de klager met u in gesprek wil?

Indien de klager vraagt om een gesprek, dan doet u er normaal gesproken verstandig aan om aan te geven dat u daarvoor open staat. U vraagt daarbij wel wat de intentie is van het gesprek en wie daarbij aanwezig zijn.

Een gesprek is alleen zinvol als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • zowel klager als beklaagde zijn bereid het gesprek te voeren, wat betekent dat u zich beiden veilig genoeg voelt om het gesprek aan te gaan;
  • de klager en beklaagde willen beiden de situatie in overleg oplossen en verwachten geen maatregelen van de werkgever (zoals een waarschuwing, overplaatsing of ontslag);
  • het gesprek dient om vast te stellen dat er voldoende vertrouwen is om verder met elkaar samen te werken, terwijl de klager wenst dat het besproken gedrag (verder) achterwege blijft.

Is de intentie van het gesprek om tot een gezamenlijke oplossing te komen?

In de meeste gevallen zal het gesprek er op gericht zijn om de problemen die zijn ervaren te bespreken met als doel om tot een werkbare situatie te komen. Een gesprek is er dus normaal gesproken op gericht om in goed overleg voortzetting van de werkrelatie te bereiken. Met deze insteek om het samen op te lossen, is het gesprek ook passend.

Het doel van een oplossingsgericht gesprek is voor de klager dat het vermeende gedrag gaat eindigen. Klager zal daarvoor willen benoemen om welk ongewenst gedrag het gaat en met voorbeelden komen. Niet een enkel voorbeeld staat centraal, maar wat het heeft opgeroepen bij de klager. Het is ook niet nodig om het eens te worden over het gedrag uit het verleden, want het gaat er juist om hoe partijen verder kunnen. Het gesprek is dus niet om vast te stellen wat er is gebeurd, maar juist toekomstgericht. Hoe voorkomen we bepaalde situaties en/of misverstanden in de toekomst?

Indien het gesprek niet dient om een oplossing te bereiken, dan dient het gesprek mogelijk om eenzijdig het verhaal te houden of om feiten boven tafel te krijgen. Als de klager zijn/haar verhaal wil houden en het daarbij blijft, dan zou dat nog een doel kunnen dienen, namelijk dat het daarmee is afgerond. Indien evenwel de insteek van het gesprek is om u daarna verder (beter) aan te kunnen klagen, dan is het gesprek niet oplossingsgericht. Een gesprek als voorportaal voor nadere acties is niet een passende insteek van een gesprek tussen de klager en beklaagde. Als beklaagde kunt u bij een dergelijke intentie aangeven dat u een gesprek wenst dat gericht is op vinden van een oplossing. U kunt ook aangeven dat het gesprek anders weinig zinvol is. Het is afhankelijk van de situatie of u deelneemt aan een gesprek dat niet is bedoeld om een oplossing te vinden en zich terughoudend gaat opstellen (de ander staat namelijk toch niet open voor een dialoog) of dat u op voorhand aangeeft dat u alleen openstaat voor een gesprek dat gericht is op het bereiken van een oplossing.

Het gesprek met de klager is niet passend als de klager wil dat u als beklaagde een waarschuwing krijgt of wordt ontslagen. Voordat een werkgever deze maatregelen kan nemen, moet wel vastgesteld worden of er daadwerkelijk grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden. Een zorgvuldig behandeling van de klacht is dan vereist (zie hieronder). 

Vastlegging van het gesprek en nemen disciplinaire maatregelen?

Het is voor u als beklaagde normaal gesproken van belang dat het gesprek niet schriftelijk wordt vastgelegd, tenzij u natuurlijk in een verslag volledig vrij wordt gepleit of u juist schuld wenst te bekennen. Zelfs een verslag met daarin de zin dat bepaalde gedragingen zich in de toekomst niet (meer) mogen voordoen, is af te raden. Een dergelijke vastlegging brengt namelijk (indirect) een oordeel mee over het ongewenste gedrag in het verleden en kan negatief uitpakken wanneer dat in het personeelsdossier wordt opgenomen. Indien het de bedoeling is dat u een disciplinaire maatregel krijgt of uw gedrag negatief in het personeelsdossier komt, dan is een zorgvuldig onderzoek nodig om vast te stellen wat er werkelijk is gebeurd (zie hieronder).

Wie is erbij het gesprek aanwezig?

Bij een gesprek tussen klager en beklaagde kan het verstandig zijn om een derde te betrekken. U kunt bijvoorbeeld vragen om bij het gesprek een vertrouwenspersoon aanwezig te laten zijn. Een vertrouwenspersoon is ondersteunend en zal dus niet het gesprek voeren en zal zo veel als mogelijk een neutrale positie innemen. Mogelijk wordt er een leidinggevende betrokken of iemand van personeelszaken, met het verzoek om bij het gesprek te zijn. Bedenk wel dat een leidinggevende en personeelsmanager een eigen visie en belang hebben vanuit hun positie als werkgever en de vertrouwenspersoon er vooral voor u of juist voor de ander is. Mogelijk heeft de organisaties bemiddelaars die ingeschakeld worden in juist dit soort gesprekken.   

6

Hoe gaat u om met de situatie als de klacht wel of juist niet (zorgvuldig) wordt onderzocht?

Waarom een onderzoek van de klacht?

Een werkgever die een klacht krijgt dient zich te realiseren dat het om twee werknemers gaat (de klager en beklaagde), die beiden recht op bescherming hebben. Een klager wil dat er wordt opgetreden tegen ongewenst gedrag en anderzijds moet voorkomen worden dat de beklaagde ten onrechte beschuldigd en bestraft wordt.

Het is daarom belangrijk om boven alles vast te stellen wat er is wel of juist niet is gebeurd. Het mag voor zich spreken dat in dat geval een objectieve behandeling van de klacht nodig is, als ook dat dit het werk van een deskundige klachtencommissie betreft en volgens het ministerie van SZW geen recherchebureau. Alleen als een werkgever objectief heeft vastgesteld wat er is gebeurd, kan een werkgever op grond van de uitkomst uit dat onderzoek rechtvaardig optreden.

Waarom geen eigen onderzoek door de werkgever zelf? 

Een werkgever die ongewenst gedrag zelf gaat onderzoeken, wordt te veel betrokken en wordt veelal ook een partij met eigen belangen. Dat is niet objectief en niet onafhankelijk te noemen. Bovendien zal een uitkomst van het onderzoek van de werkgever altijd door een partij bestreden worden, zodat de werkgever altijd in conflict komt met één van de werknemers. Een werkgever die daarentegen de klacht laat behandelen, krijgt uiteindelijk het oordeel van een klachtencommissie over de vraag of de klacht gegrond is.

Aansturen op behandeling klacht door een externe klachtencommissie

U heeft er belang bij dat het onderzoek niet door uw werkgever zelf of door een recherchebureau wordt opgepakt. Dan wordt veelal niet voldaan aan de waarborgen voor een eerlijke procedure (zie hieronder). Indien u het gesprek aangaat met uw werkgever over de stappen die wenselijk zijn, dan kunt u gebruik maken van de brochure voor werkgevers

Hoe groot of klein een organisatie ook is, het behoort altijd tot de mogelijkheden om een klacht door een klachtencommissie te laten behandelen. U kunt uw werkgever verwijzen naar de website van de klachtencommissie ongewenst gedrag. 

Een klachtenprocedure moet aan de volgende normen voldoen:

Om van waarde te zijn voor alle partijen dient de procedure aan strenge eisen te voldoen. Onafhankelijk betekent dat de klager en beklaagde geen bekenden van commissieleden zijn, de commissie geen belang heeft bij een uitkomst en zich bovendien niet door de werkgever laat beïnvloeden richting een bepaalde uitkomst en dus voldoende objectieve afstand in acht neemt.

De commissieleden moeten specialisten zijn in het analyseren van de feiten en het juridisch kwalificeren van het vastgestelde gedrag, met gevoel voor het persoonlijke aspect en inzicht in het organisatorische geheel.

Naast kennisgeving van de klacht aan de beklaagde en duidelijkheid over de te voeren procedure, heeft iedere klager en beklaagde toegang tot alle informatie op grond waarvan de commissie tot een oordeel komt. Opdat beklaagde zich moet kunnen verweren, kunnen klagers en getuigen niet anoniem blijven. Klager, beklaagde en werkgever krijgen gelijktijdig het oordeel.

Iedere klager en beklaagde heeft gelijke kansen in de procedure en heeft de gelegenheid gehad om op alle informatie te reageren.

Iedere belanghebbende heeft er belang bij dat de behandeling van de klacht niet onnodig lang op zich laat wachten, omdat dit een te grote wissel trekt op klager en beklaagde en ook op de organisatie. Voortvarend is normaal een doorlooptijd van 4 tot 6 weken.

De klacht wordt zo veel als mogelijk vertrouwelijk behandeld en documenten worden beveiligd om verspreiding tegen te gaan. Het horen van getuigen zal alleen plaatsvinden als de verwachting is dat deze op een wezenlijk onderdeel aan de waarheidsvinding kunnen bijdragen.

Het doel van de behandeling van de klacht is dat naast het gegrond of ongegrond zijn van de klacht, helderheid ontstaat over de vastgestelde feiten en er inzicht komt in de omstandigheden.

Een oplossing voor afwijkende situaties

Melder die anoniem wil blijven

Het komt voor dat iemand anoniem een melding doet bij de werkgever. Daarmee wordt u dus beschuldigd, maar u krijgt geen eerlijke kans op verweer. U weet niet door wie en ook onvoldoende wat u wordt verweten. De anonieme melding is echter wel beschadigend. 

Wat kunt u doen: 

U kunt aan uw werkgever uitleggen dat het van groot belang is dat vast komt te staan of het vermeende ongewenste gedrag zich wel of niet heeft voorgedaan. U vraagt om een onafhankelijk onderzoek bij de klachtencommissie, aangezien een onderzoek in deze helderheid kan geven. Het is dus noodzakelijk dat de melding grondig wordt onderzocht en dat kan alleen als melding niet anoniem is.

De werkgever kan de anonieme melder twee opties voorhouden:

  • ofwel er komt een onafhankelijk onderzoek bij een klachtencommissie en dat betekent ook dat de melder niet anoniem kan blijven;
  • ofwel de klacht wordt niet onderzocht en dan blijft het uitgangspunt dat de beklaagde onschuldig is, omdat het tegendeel niet is vastgesteld. Dat betekent dat beklaagde schriftelijk te horen krijgt dat de beschuldiging door de melder ongegrond is, aangezien de melder niet bereid is tot waarheidsvinding door een onafhankelijk klachtencommissie. Indien de melding bekend is geworden bij bepaalde personen, wordt in goed overleg afgesproken aan welke personen kenbaar wordt gemaakt dat de melding en de beschuldiging ongegrond is.

U kunt gebruik maken van de brochure omgaan met ongewenst gedrag waarin ook deze situatie wordt behandeld. 

Niet meewerken aan onderzoek

De situatie kan zich voordoen dat er wel een melding is gedaan, maar de melder niet wil meewerken aan de behandeling van een klacht door een klachtencommissie. Het gaat dan derhalve wel om een beschuldiging die uw positie raakt, maar geen vaststelling of de klacht ook werkelijk gegrond is. En daarmee ook geen waarheidsvinding om te bepalen of het ongewenste gedrag zich heeft voorgedaan.

Wat kunt u doen: 

U kunt aan uw werkgever uitleggen dat het van groot belang is dat vast komt te staan of het vermeende ongewenste gedrag zich wel of niet heeft voorgedaan. U vraagt om een onafhankelijk onderzoek bij de klachtencommissie, aangezien alleen dat nodig is om over de melding / klacht helderheid te krijgen. Het is dus noodzakelijk dat de melding wordt onderzocht.

De werkgever kan de melder twee opties voorhouden:

  • ofwel er komt een onafhankelijk onderzoek bij een klachtencommissie;
  • ofwel de klacht wordt niet onderzocht en dan blijft het uitgangspunt dat de beklaagde onschuldig is, omdat het tegendeel niet is vastgesteld. Dat betekent dat beklaagde schriftelijk te horen krijgt dat de beschuldiging door de melder ongegrond is, aangezien de melder niet bereid is tot waarheidsvinding door een onafhankelijk klachtencommissie. Indien de melding bekend is geworden bij bepaalde personen, wordt in goed overleg afgesproken aan welke personen kenbaar wordt gemaakt dat de melding en de beschuldiging ongegrond is.

Het is mogelijk dat het uitblijven van een onderzoek voor u niet bevredigend is en mogelijk ook voor uw werkgever als een gemis wordt ervaren. U wilt dan dat een klachtencommissie vaststelt of de klacht wel of niet gegrond is. Niet alleen een klager, maar ook een beklaagde heeft recht op een onafhankelijk behandeling van een klacht. 

Indien uw werkgever het met u eens is dat de melding / klacht uitgezocht moet worden, dan kan uw werkgever de klachtencommissie verzoeken om de melding te onderzoeken. In dat geval wordt de melder uitgenodigd voor een hoorzitting en kan diegene voor deze zitting de klacht op papier zetten. De werkgever kan van de melder verwachten om hieraan mee te werken. 

U kunt het gesprek aangaan met uw werkgever en gebruik maken van de brochure omgaan met ongewenst gedrag waarin in ook deze situatie wordt behandeld. 

Werkgever gaat niet over tot onderzoek

De melder/ klager, de beklaagde en ook uw werkgever hebben belang bij het vaststellen van de feiten en dat dus bepaald wordt of de klacht wel of niet gegrond is. Zonder feiten kan de werkgever niet ingrijpen en blijft de discussie daarover in stand. Het komt evenwel voor dat een werkgever (nog) niet over wil gaan om een klacht te laten onderzoeken.  

Wat kunt u doen? 

U kunt aan uw werkgever uitleggen dat het natuurlijk van groot belang is dat vast komt te staan of het vermeende ongewenste gedrag zich wel of niet heeft voorgedaan. U vraagt om een onafhankelijk onderzoek bij de klachtencommissie, aangezien dat nodig is om helderheid te krijgen. Het is dus noodzakelijk dat de melding wordt onderzocht.

Als de werkgever het niet onderzoekt, dan kunnen zich met name de volgende twee situaties voordoen: 

1. De werkgever legt de klacht naast zich neer 

Het is mogelijk dat uw werkgever de klacht terzijde schuift, wat niet alleen voor de klager maar ook voor u als beklaagde vervelend is, want de beschuldiging is daarmee niet verdwenen. Tussen klager en beklaagde blijft een verschil van mening over of er sprake is geweest van ongewenst gedrag, wat impact heeft op de werksituatie.

De beklaagde kan in deze situatie verlangen dat uw werkgever overgaat tot een onafhankelijk onderzoek en anders bevestigt dat de beschuldiging ongegrond is. Indien de melding bekend is geworden bij bepaalde personen, dat kan in goed overleg met de beklaagde afgesproken wordt aan welke personen kenbaar wordt gemaakt dat de melding en de beschuldiging ongegrond is.  

2. De werkgever neemt maatregelen tegen de beklaagde

Het is mogelijk dat een werkgever op grond van eigen bevindingen overgaat tot een maatregel tegen u als beklaagde, dus zonder dat een commissie de klacht gegrond heeft verklaard. Deze situatie is voor zowel de klager als beklaagde niet wenselijk, want zonder waarheidsvinding blijft de discussie over het gegrond zijn van de klacht bestaan.

Het is denkbaar dat u als beklaagde een niet gefundeerde maatregel met succes aanvecht en deze teruggedraaid moet worden. Het is ook mogelijk dat een werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld volgens de kantonrechter en dat dit tot hogere vergoedingen gaat leiden. 

Beide situaties zijn onwenselijk

U kunt als beklaagde nader het gesprek aangaan met uw werkgever om voorgaande te bespreken en deze te bewegen om de klacht door een externe klachtencommissie te laten behandelen. U kunt daarbij verwijzen naar de brochure omgaan met ongewenst gedrag

 

De klager en beklaagde hebben beiden recht op een eerlijke procedure waarin vastgesteld wordt of de klacht gegrond is. De waarborgen voor een procedure zijn hierboven uitgewerkt.  

Het voldoen aan de waarborgen voor een onafhankelijke procedure is niet vanzelfsprekend. In de praktijk blijkt dat er bureaus actief zijn die werken met anonieme meldingen, anonieme getuigen, die geen openheid geven over de procedure, niet transparant zijn over de informatie die ze onder zich hebben, te veel onder regie van de werkgever opereren en/of deskundigheid missen. 

Niet alleen het belang van klager en beklaagde is dan in het geding, het is ook zeer de vraag wat een werkgever kan met de uitkomst van een onzorgvuldig onderzoek.    

Indien u met deze situatie te maken heeft, dan is de voornaamste vraag wat u kunt doen. In beginsel mag uw werkgever van u verlangen dat u meewerkt aan een onderzoek om vast te stellen wat er werkelijk is gebeurd. De werkgever mag verlangen dat u verantwoording aflegt als er een ernstige beschuldiging ligt. Aan de andere kant mag u verwachten dat het onderzoek aan de waarborgen voor een eerlijke procedure voldoet. 

Ga het overleg aan met uw werkgever

Een niet deugdelijk onderzoek is in niemands belang en ook uw werkgever kan beter tijdig weten dat het onderzoek geen opheldering maar vooral discussie zal opleveren. U vraagt uw werkgever om een andere afweging te maken en te kiezen voor een procedure die met waarborgen is omgeven. U kunt als beklaagde hierover het gesprek aangaan met uw werkgever en gebruik maken van de brochure omgaan met ongewenst gedrag

Als uw werkgever het onderzoek doorzet 

Het is mogelijk dat uw werkgever niet wil terugkomen op de ingeslagen weg en het onderzoek doorzet ondanks het gemis aan waarborgen. Het is per situatie afhankelijk hoe strikt u zich dan opstelt. Mogelijk dat u gemotiveerd gaat weigeren om aan dit onderzoek mee te werken en u daarbij aanstuurt op een onafhankelijk onderzoek door een klachtencommissie. Mogelijk werkt u deels mee door alleen te reageren op wat er concreet wordt neergelegd, naast dat u verwijst naar het niet nakomen van de waarborgen. Mogelijk gaat u volledig meewerken en stelt u achteraf het onderzoek en de uitkomst (verder) ter discussie.

Als u bemerkt dat uw rechten geschonden worden, dan is het raadzaam om contact op te nemen met onze voorlichters. Zij kunnen de situatie inschatten en u ook in contact brengen met specialisten die u in deze situatie kunnen bijstaan.  

Voor overleg met onze voorlichters belt u vrijblijvend:   08877-08855 

Buiten kantooruren kunt u het bel-mij-terug formulier invullen.

 

Voorlichting

Gaat uw werkgever niet over tot een behandeling van de klacht door een externe klachtencommissie, dan kunt u advies inwinnen bij onze voorlichters. Onze voorlichters kunnen u ook in contact brengen met specialisten die u kunnen bijstaan.   

Voor overleg met onze voorlichters belt u vrijblijvend:   08877-08855.

klachtencommissie
    ongewenst gedrag

Informatie over de behandeling klacht door de klachtencommissie

7

Wat kunnen de gevolgen zijn?

Niet iedere overtreding rechtvaardigt een ontslag. Ontslag is namelijk de meest vergaande maatregel. Een werkgever die duidelijke regels heeft gesteld die worden overtreden, kan sneller tot ontslag overgaan in vergelijking met een werkgever die dat niet heeft gedaan.

Bij ontslag gaat het normaal gesproken om de ontslaggrond “verwijtbaar handelen”. Het gaat dan volgens artikel 7:669 lid 3 sub e BW om: “verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortzetten.” Dit is een grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. In ernstige situaties waarbij er sprake is van een dringende reden en het dienstverband daarmee per direct beëindigd moet worden, is het mogelijk om tot ontslag op staande voet over te gaan.

In plaats van een ontslag op grond van verwijtbaar handelen, is het mogelijk dat werkgever van mening is dat de onderlinge verhouding is verstoord. Dat kan ook een reden voor ontbinding zijn als de verstoring ernstig en duurzaam is, derhalve vergaand en niet meer op te lossen is.

Indien de omstandigheden een ontslag niet rechtvaardigen, kan de werkgever mogelijk denken aan andere maatregelen. Dat kan bijvoorbeeld een laatste schriftelijke waarschuwing zijn. Met een waarschuwing zegt de werkgever in feite “wij kunnen verder, op voorwaarde dat je dergelijk gedrag niet meer vertoont”. Een werkgever zal bij de waarschuwing nadrukkelijk wijzen op de mogelijkheid van ontslag als het gedrag zich herhaalt.

Indien het gedrag een ontslag niet rechtvaardigt, kan de situatie wel dusdanig zijn dat er een onwerkbare situatie is ontstaan tussen de betrokkenen. Een overplaatsing kan onder omstandigheden passend zijn. Een werkgever moet voor een eenzijdig opgelegde overplaatsing wel een goede grond hebben en deze moet niet verder gaan dan nodig. Zonder goede grond voor een maatregel, kan een overplaatsing in beginsel niet verwacht worden, want zonder grensoverschrijdend gedrag is een maatregel niet passend. Mogelijk dat dan juist de overplaatsing van de (onterechte) klager op zijn plaats is.

Juridisch gezien is het een vrij lastige vraag of demotie is toegestaan na een (vermeende) misdraging, dus dat de werkgever als sanctie oplegt dat iemand op een lager niveau gaat werken. Dat is een ingrijpende maatregel, waarvoor wel een heel gegronde reden moet zijn en ook proportioneel moet zijn. Proportioneel betekent dat het niet verder moet gaan dan nodig is. Wil de werkgever ook de arbeidsvoorwaarden verlagen, dan maakt dat de maatregel nog strenger. In feite wordt de werknemer daarmee ook financieel iedere maand weer bestraft voor het eerdere verwijtbare handelen. Omdat bij verwijtbaar handelen niet gekeken hoeft te worden naar herplaatsing, blijkt dat demotie in beginsel niet in de lijn der verwachtingen ligt. Een werkgever dient normaal gesproken terughoudend te zijn met demotie. Het wordt natuurlijk anders als de beklaagde zelf aangeeft dat hij in plaats van ontslag, bereid is om schriftelijk akkoord te gaan met een demotie (al dan niet met het inleveren van salaris).

8

Hoe voorkomt u reputatieschade?

Een beschuldiging die is geuit en zeker als deze wordt onderzocht, zal veelal niet alleen bij de werkgever kenbaar worden. Dat derden hiervan op de hoogte geraken, zal nog meer spelen als een werknemer op non-actief is gesteld en zelfs als wordt aangegeven dat dit voor een onderzoek is, mogelijk zelfs met een verwijzing naar de aard van het onderzoek. Een beklaagde doet er verstandig aan met de werkgever te bespreken hoe de klacht zo vertrouwelijk mogelijk wordt behandeld.

Een beklaagde heeft er verder belang bij om aan het werk te blijven en dus niet in verband met het onderzoek op non-actief gesteld te worden. Dit belang kan bijvoorbeeld bestaan om reputatieschade te voorkomen, nu anders de afwezigheid en de reden daartoe gaat opvallen. Een werkgever kan er daarentegen belang bij hebben om voor alle zekerheid derden in bescherming te nemen en geen risico’s te lopen in de periode van de behandeling van de klacht. In het bijzonder zal meespelen of het om meer slachtoffers gaat of het een optie is dat de klager en beklaagde naast elkaar blijven werken of dat de klager juist wordt vrijgesteld van het werk.

Een beklaagde kan een non-actiefstelling in verband met het klachtbehandeling aanvechten. De beklaagde heeft daarbij een spoedeisend belang en zal in kort geding tewerkstelling vorderen. Het hangt van de duur van de procedure af of hiermee inderdaad tijd wordt gewonnen. Er spelen daarbij meer afwegingen mee, want een uitspraak van de rechtbank die de werknemer in het gelijk stelt, kan ook zijn uitstraling hebben. Uiteindelijk bepaalt de belangenafweging in die procedure wie hierin gelijk gaat krijgen.

Indien uit de behandeling blijkt dat de klacht niet gegrond is, dan zijn er meerdere gradaties denkbaar. ‘Niet gegrond’ kan betekenen dat er geen enkele onvolkomenheid is aangetroffen. In dat geval zal ook iedere disciplinaire maatregel achterwege blijven en is rehabilitatie op zijn plaats. Indien het nog verdergaat, omdat zelfs vast is komen te staan dat de klacht vals of voorgewend is, dan zou juist een maatregelen tegen de klager op zijn plaats zijn.

Het niet gegrond zijn van de klacht kan evenwel ook betekenen dat er wel onvolkomenheden zijn, maar dat de klacht zelf niet voldoende aannemelijk is geworden. Dat betekent dat is gebleken dat de beklaagde niet helemaal zuiver heeft gehandeld. In dat geval is de zwaarste grond niet bewezen en kan hierin waar nodig een rehabilitatie volgen en is maatwerk over de aangetroffen onvolkomenheden (daarbij) geboden.

Een beklaagde kan met de werkgever in gesprek gaan over een passende vorm van rehabilitatie en doet er normaal gesproken verstandig aan om een dergelijk gesprek te vragen. Er moet namelijk goed afgewogen worden of het publiekelijk rehabiliteren mogelijk extra bekendheid geeft aan een zaak, doch ook de bewoordingen en de wijze van bekendmaken van de rehabilitatie vragen om uiterste precisie.

9

Deskundig advies

Wat doet u als het probleem niet passend opgepakt wordt? 

Als beklaagde mag u van uw werkgever verwachten dat deze zorgvuldig handelt. Wat gaat u ondernemen als uw werkgever niet zuiver handelt? Mogelijk dat uw werkgever u ten onrechte bestraft, niet open staat voor oplossingen of geen onafhankelijke behandeling van de klacht instelt. De ervaring leert dat werkgevers veelal moeite hebben om zich in deze situatie een houding te geven of niet weten hoe ze moeten handelen 

Advies van onze voorlichters 

Wordt er onvoldoende met uw situatie rekening gehouden, dan kunt u geheel vrijblijvend van gedachten wisselen met onze voorlichters.  Ons kantoor heeft specifieke deskundigheid op dit onderwerp, zelfs dusdanig dat wij dagelijks aan deze vraagstukken werken. 

Onze voorlichters kunnen u ook in contact brengen met specialisten die u kunnen bijstaan.  

Voor overleg met onze voorlichters belt u vrijblijvend:   08877-08855 

Buiten kantooruren kunt u het bel-mij-terug formulier invullen.

Aan een dergelijk gesprek met onze voorlichters en desgewenst een specialist zijn geen kosten verbonden.

klachtencommissie
    ongewenst gedrag

Klachtencommissie ongewenst gedrag
T.a.v. secretariaat (mw. Ivanka Schreuder)
Jagerlaan 12     3701 XJ Zeist

secretariaat@kcog.nl   

     08877-08855

      Bel-mij-terug formulier

Iedere organisatie kan de klachtencommissie inschakelen, ook als deze (nog) niet aangesloten is. Enkele voorbeelden van de diversiteit aan organisaties die aangesloten zijn:

ANWB, INTERNATIONAAL STRAFHOF, MVRDV,  ST PHILADELPHIA, NVVP,  VAN BENTHEM & KEULEN, RDW, KUNSTEDUCATIE, REMEHA, ETC.